Project omschrijving
Schepen op de wal
Elk jaar kiest de organisatie van de Visserijdag (Vereniging de bruine Vloot) een thema. In 2016 was het precies honderd jaar geleden dat Nederland werd getroffen door een grote watersnoodramp, voornamelijk rond grote delen van de Zuiderzee. Ook Bunschoten werd zwaar getroffen. Op de Visserijdag zijn er drie (!) botters op de wal gezet, waardoor een goed beeld gegeven wordt van de kracht van storm en water en de desastreuze gevolgen ervan. Ernaast zie je grote foto’s met de rampbeelden van 1916, waarbij botters als luciferhoutjes op de wal of tegen de huizen werden gesmeten.
De januarimaand in 1916 was erg stormachtig, waardoor veel water uit de Noordzee richting de Wadden werd gestuwd. Vervolgens stroomde het met het draaien van de wind de Zuiderzee in. Deze ongunstige wind stuwde het water nog verder omhoog, waardoor in de nacht van 13 op 14 januari op veel plaatsen de dijken overstroomden en op vele plaatsen doorbraken. De vloed was meer dan drie meter boven NAP. Eemnes, Baarn, Hoogland en ook Amersfoort kwamen voor een deel onder water te staan. Het grondgebied van Bunschoten was in zijn geheel overstroomd.
In het woeste water kwam veel vee om. De aangerichte schade was enorm. Botters in de havens raakten los en dreven door het hoge water de havens uit of de wal op. Niet gehinderd door enige tegenstand ramden ze in op enkele huizen en veroorzaakten zo een enorme schade. Tachtig mensen raakten dakloos.
Tegelijkertijd was deze ramp van 1916 de reden om de Afsluitdijk aan te leggen. Maar veiligheid is betrekkelijk. Vandaar dat het waterschap momenteel ook weer werkt aan versteviging van dijken en waterkeringen. Daaruit blijkt dat – ook al is het grote gevaar geweken – tot op de dag van vandaag de strijd tegen het water actueel blijft.
In het Museum Spakenburg geeft de tentoonstelling ‘Water op de Wal’ in en om het museum een goed beeld van de oorzaken en gevolgen van de ramp. In verschillende delen van het museumcomplex is er extra aandacht voor deze enorme watervloed.